Erkende Papegaaienopvang
De unieke kaketoe Kaketoes verschillen van andere papegaaien door Linda Middleton
Zijn kaketoes werkelijk de probleemvogels van alle papegaaien, zoals ara’s en grijze roodstaarten? Laten we eens kijken hoe uniek ze zijn. Observatie en studie vertellen ons dat kaketoes werkelijk verschillen van andere papegaaien en zelfs van elkaar.
Mijn Jenday conure leerde me heel veel over hemzelf en de papegaai, zodat ik helemaal zelfverzekerd thuis kwam met een molukken kaketoe. Hij was zo verschillend dan mijn conure. Had ik verwacht dat ze zo zouden verschillen, dan hadden de eerste 6 maanden beter kunnen verlopen. Sommige kaketoe verschillen zijn subtielen dan dit verhaal ze laat zien. Sommige zijn niet sloopzuchtig en andere zijn heel loyaal naar hun verzorger. Het volgende is een lijst van “basis verschillen” tussen kaketoes en andere papegaaiachtigen.Kaketoes zijn de enige papegaaien met een kuif. De kuif helpt hun, te communiceren met andere leden van hun groep in het wild en met ons als verzorger. Alhoewel er meer vogels roze zijn zoals de flaminge (wat komt door het eten van een bepaald dieet)(als ze dat niet doen worden ze weer wit), is de kaketoe natuurlijk wit of natuurlijk roze.
De huid van een gezonde kaketoe heeft poeder, een witte kalkachtige poeder. Dat kleeft aan onder andere kleren en het kan allergische reakties veroorzaken.
De beet van een kaketoe is pijnlijker dan dat van een andere papegaaiachtige. Reden is dat de ondersnavel van andere papegaaiachtigen samen met de bovensnavel 2 punten heeft en de kaketoe heeft er 3.
De schreeuw van de kaketoes is erg luid. Wees er zeker van dat alle familieleden er mee eens zijn dat ze dit 2 keer per dag zullen horen. Kaketoes zijn niet geschikt voor flats of appartementen, aangezien hun roep erg ver rijkt. Dit kan burenruzies opleveren.
Kaketoes houden van lachen, zingen en dansen en het liefst met hun favoriete verzorger. Hun grappige vertoningen zijn wel luid en worden daarom vaak herplaatst.
Kaketoes zijn erg manipulatief, “nee” betekend voor een kaketoe “probeer het later nog eens” consequentie is vereist van de verzorger.
Kaketoes manipuleren. Ze vinden het prachtig om het voor elkaar te krijgen om de verzorger te laten doen wat zij willen. Bijv. voerbakje op de grond gooien zodat de verzorger het weer op kan rapen.
Kaketoes zijn onberekenbaar in hun temperament. Hun humeur kan heel snel veranderen. Bijv. eerst ergens lekker rustig zitten en het volgende moment schreeuwen van plezier of aanvallen naar de verzorger toe.
Kaketoes zijn destructief omdat ze echte knagers zijn. Kaketoes zijn meer destructief dan andere papegaaiensoorten. Ze hebben daarom steeds nieuw knaaggoed als wilgentakken of dergelijke nodig om te knagen. Laat ze niet zonder toezicht alleen in de woonkamer, anders zullen er andere objecten zoals een antiek kastje of plinten of snoeren kapot geknaagd worden.
Kaketoes zijn niet de beste praters. De meeste spreken een paar woordjes of spreken niet duidelijk
Kaktetoes hebben een meer gevoel voor techniek dan andere papegaaiachtigen en zullen met gemak hun speelgoed uit elkaar slopen, zoals de afstandsbediening en zelfs hun kooien. Ze zijn goed in ontsnappen.
Door mishandeling worden de kaketoes op hun ziel getrapt dit zullen ze in aggressie uiten en nooit vergeten.
Kaketoes hebben veel aandacht nodig. Ze zullen het zelfs eisen, als ze in het verleden al veel geknuffeld en gekroeld zijn. Daarom vanaf het begin niet knuffelen en kroelen.
Kaketoes zijn zeer actieve vogels. Ze zijn erg beweeglijk en flapperen graag heel snel met hun vleugels.
Kaketoes kunnen heel opgewonden worden in hun spel, wat kan resulteren in schreeuwen en bijten.
Kaketoes zijn heel nieuwsgierig en avontuurlijk. Ze zullen de klimboom verlaten om op avontuur door het huis te gaan. Als een andere papegaaiachtige op de grond wordt gezet zal deze meestal wat onzeker zijn. Kaketoes niet. Die vinden het prachtig op de grond te scharrelen. Het is voor hun het begin om op ontdekkingstocht door het huis te gaan.
Kaketoes vervelen zich snel, houdt hun daarom bezig met knagen en ook puzzelen vinden ze erg leuk.
Kaketoes kunnen heel aanhankelijk naar hun verzorger zijn. Ze zijn vaak onzeker en moet zekerheid aangeleerd worden.
Na de kinderperiode, kunnen kaketoes aggressief gedrag vertonen, snel en zonder waarschuwing.
Kaketoes houden zoveel van hun verzorger dat ze alles overhebben voor beloningen. De band tussen kaketoe en de verzorger is erg sterk.
In een huishouden waar een kaketoe en een andere papegaaiachtige gehouden wordt, zijn deze verschillen heel herkenbaar.
Denk nu niet dat het wel meevalt met de nieuwe kaketoe. Sommige zijn meer een uitdaging dan andere. Sommige zijn op het ene moment rustig en het andere moment onberekenbaar. Als je het unieke van de kaketoe begrijpt, dan zul je terugkrijgen een levenslange vriendschap met wat wordt gezegd de meest grote knuffelkont en mens geörienteerde papegaai van alle papegaaiachtigen.
Om te onderschrijven wat iemand ooit heeft gezegd, dat een kaketoe houden inhoudt: het geduld van een heilige, de creativiteit van Monet en de brilliante intelligentie van Einstein om een kaketoe op te voeden. Het is verstandig nooit een kaketoe alleen zonder toezicht thuis rond te laten lopen.
De rosekaketoe
Rosékaketoes zijn zeer sociaal en worden relatief oud. Zijn niet zo luidruchtig, met uitzondering van de vroege ochtend en het begin van de avond.
De rosékaketoe is gemakkelijker te houden dan andere soorten.Hoe komt dat? In de lijn staan ze dichter bij de valkparkiet dan bij de witte kaketoe. Ze hebben behoefte aan contact en gaan een sterke band aan met hun eigenaar. Toch hebben ze behoefte aan privacy op z’n tijd. Ze zijn gelukkig als ze simpelweg bij het gezin horen maar hoeven niet de hele dag bij eigenaar te zijn(in tegenstelling tot hun witte soortgenoten)
Wat een rosé kaketoe heel erg op prijs stelt is als hij de kans krijgt om lekker door het gras te scharrelen. Ze doen zich tegoed aan gras/zaden/wortels, paardebloemen en een hapje weegbree. Het houdt ze bovendien lekker bezig en dat komt goed uit, want ook al is de rosé makkelijker dan zijn witte soortgenoten, het zijn wel ADHD’tjes en met scharrelen raken ze lekker wat energie kwijt.
Er is nogal wat kleurverschil tussen sommige rosé’s en de oogringen kunnen anders zijn. De rosé’s die uit de oostelijke helft(van boven naar beneden) van Australië komen zijn feller gekleurd en hebben de roodachtige oogring. De vogels uit het westen zijn bleker van kleur en hebben een grijs/witachtige oogring.
Rosé’s kijken blijkbaar niet zo nauw. Er zijn diverse kruisingen bekend van de rosékaketoe met de valkparkiet maar ook met de grote geelkuif. Zowel in gevangenschap als in het wild. Mannen en poppen zijn vrij makkelijk te onderscheiden. Ze zien er hetzelfde uit, behalve de ogen. Een volwassen popje heeft een koperachtige rode irris terwijl de man, en de niet volwassen vrouwtjes, een hele donkere iris hebben.
Veel voorkomende problemen bij de rosé kaketoe: Plukken Automutilatie Vetzucht
Meer informatie over soortspecifiekgedrag kun je vinden onder het tabblad Informatie/gedrag-en-opvoeding-/gedrag/soortspecifiek-gedrag.
De bijzondere edelpapegaai
Natuur – Huiskamer
Om de Edelpapegaai beter te leren kennen kijken we naar hun natuurlijke habitat : Ze leven een zeer voedsel rijk leven. Ze eten in de natuur veel zacht voer en veel noten fruit planten en zaden waardoor hun voeding behoorlijk verschilt met dat van andere papegaaiensoorten. Ze leven in groepen in hoge bomen. Een mannetje kan zelfs twee poppen hebben in de natuur, dus eenkennig zijn ze niet. Dit komt terug in hun gedrag en als we dat in een gezin situatie zien kunnen we zeggen dat een Edelpapegaai niet eenkennig is maar zich met iedereen in zijn omgeving kan vermaken. Dit maakt het een leuke vogel. Een edel papegaai is geen vlieger maar een klimmer. Ook dat kan als voordeel gezien worden in een huiskamer. Met een speelboom is de edel papegaai al heel gelukkig. Hij is rustig en afwachtend maar eenmaal op zijn plek en met voldoende ruimte kan een Edelpapegaai zich actief vermaken.
In de natuur zoeken ze water op om hun veren in goede conditie te houden In hun natuurlijke omgeving is de luchtvochtigheid hoog dus nevelen en sproeien is een must. Een edelpapegaai mag dagelijks gesproeid worden daar zijn ze dol op.
Ze hebben een harde schreeuw als ze gevaar zien en waarschuwen dan meteen. In een huis kamer is dit soms wel irritant maar meestal kort en duidelijk een waarschuwing dat er iets niet goed is.
Voeding
Vroeger werden edelpapegaaien vaak ziek of kregen een ziekte omdat de voeding in gevangenschap aangepast werd op de gemiddelde papegaaien soort wat achteraf blijft dat de edel een totaal ander voeding schema heeft.
Nu we daar meer aandacht aan besteden en de Edelpapegaai zijn aangepaste voeding krijgt gaat het goed met de edel. Goede voeding is ook de basis van een goed gedrag. Belangrijk is dat de edel papegaaien zacht eters zijn meer dan 50 % bestaat uit groente en fruit. Daarnaast geven wij ze in gevangenschap ei en kiemzaden Dit zachtvoer kan aangevuld worden met zaden noten. Natuurlijk kan men ook een edel pellets geven .Tegenwoordig zijn er pelletsoorten die volledig zijn aangepast aan de behoefte van een edelpapegaai. Toch is het aan te raden om naast pellets voldoende verse groenten en fruit te geven. Er gaat niets boven vers voor de edelpapegaaien. Het plezier van eten het genieten van het splijten, breken,verpulveren, het proeven en het spelen met voer is van groot belang voor de dagelijkse activiteiten van de edel papegaai . Het is belangrijk voor zijn spijsvertering en zo houden we de vogel goed in conditie en goed in zijn verenpakje. Het is geen knager maar verse takken zijn noodzakelijk Gebruik wilgen en fruit bomen .Een edel die zich zo kan vermaken is een makkelijke papegaai voor in huis. Een papegaai die zich goed voelt gedraagt zich ook goed. Wel iets om bij stil te staan.
Praten
Hoewel wij praten van ondergeschikt belang vinden, kan een edelpapegaai redelijk praten. Vaak met een beetje zeikerig stemmetje.
Pop en man
De edelpapegaaien hebben schitterende kleuren er is een verschil tussen man en pop.
De man is overwegend groen. Daarnaast zijn er kleuren als blauw, olijfgroen, zwart blauw met rood geel en lichtblauw neon achtige kleuren te vinden. De meeste kleuren zitten echter verstopt. De pop is overwegend rood met blauw- violet.
Pop
Edelpapegaaien verschillen van gedrag tussen man en pop. In de natuur kunnen edelpapegaaien het hele jaar door broeden en dat betekend dat waneer de pop geen zin heeft , ze dit duidelijk moet kunnen maken tegenover de man.
Dat geeft haar van nature een dominanter gedrag. Ze wil altijd alles kunnen overzien en onder controle hebben. Is de kust veilig dan zal ze zich ook aanpassen en vriendelijk en rustig gedragen. Een dominante pop is dus geen vervelende vogel, ze heeft aleen een duidelijk kenmerkend karakter wat haar juist aantrekkelijk maakt. Ze weet zich heel goed te handhaven in de mannenwereld van de edels.
Man
De mannen zijn altijd rustiger. Ze leven om de pop heen en accepteren alles. Ze zijn snel tevreden en dat gedrag komt in alles terug . Ze eten het laatst, ze laten de pop verkennen en komen dan zelf pas te voorschijn. Ze bouwen hun leven om de pop heen . Het zijn echt charmeurs. Dat moet ook wel want plezieren ze de pop, dan plezieren ze zich zelf. Ze voeren de pop graag en maken het haar graag na de zin. Zo ook in een mensengezin. Een edelman is makkelijk en eerlijk en vind alles snel goed. Voor in een gezin met kinderen overwegend een ideale vogel.
Meer informatie over soortspecifiek-gedrag kun je vinden onder het tabblad Informatie/gedrag-en-opvoeding-/gedrag/soortspecifiek-gedrag.
Zoals u in de Algemene toelichting CITES kunt lezen zijn de CITES soorten binnen de Europese Unie onderverdeeld in Bijlage
A t/m D.
Soortenlijst In de Soortenlijst (Verordening (EG) Nr. 407/2009) kunt u vinden op welke bijlage een soort staat. Als u in de Soortenlijst op Psittaciformes(Papegaaiachtigen) zoekt, ziet u dat alle Psittaciformes spp. op Bijlage B staan, met uitzondering van de in bijlage A opgenomen soorten en met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen.
Dit betekent dat alle papegaaiachtigen zijn beschermd door CITES, met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri.
Bijlage A Een papegaaiensoort die bijvoorbeeld op Bijlage A van de Basisverordening staat is de Goffini kaketoe(Cacatua goffini). Voor Bijlage A soorten geldt dat voor eigendomsoverdracht alsmede alle commerciële handelingen zoals het ter verkoop aanbieden binnen de EU (dus ook binnen Nederland), in vrijwel alle gevallen een EG-certificaat verleend moet zijn.
Volgens artikel 2 van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens moeten gefokte Bijlage A vogels zijn voorzien van een naadloos gesloten pootring. Een uitzondering op deze regel zijn de soorten die op Bijlage X van de Uitvoeringsverordening staan.
Wanneer u een Bijlage A papegaai bezit welke niet is voorzien van een naadloos gesloten pootring, omdat de vogel bijvoorbeeld uit het wild afkomstig is, moet de vogel worden voorzien van een microchiptransponder. Hier geldt echter ook een uitzondering voor de soorten die op Bijlage X van de Uitvoeringsverordening staan.
Daarnaast moet u voor dieren welke op Bijlage A staan een administratie bijhouden. U kunt hier meer over lezen in de Regeling administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantensoorten.
Bijlage B De Senegal papegaai(Poicephalus senegalus), de Geelvoorhoofd amazone(Amazona ochrocephala) en de Blauwvoorhoofd amazone(Amazona aestiva) staan allen op Appendix II van CITES en op Bijlage B van de Basisverordening.
Vogels die op bijlage B staan hoeft u niet te ringen, tenzij het een inheemse vogelsoort is. Bijlage B-soorten mogen binnen de Europese Unie zonder CITES-papieren overgedragen worden, zolang de legale herkomst van de dieren aantoonbaar is. Zit er een naadloos gesloten pootring om de poot die niet verwijderd kan worden zodra de poot zijn volwassen omvang heeft bereikt: dan is aannemelijk dat het hier om een gekweekte vogel gaat. Dit kan dan als bewijs van legale herkomst gezien worden. Zit er geen ring om de poot, dan zal met een verklaring van de kweker of een kopie/nummer van de invoervergunning aangetoond moeten worden waar de vogel vandaan komt en hoe deze is verkregen. Wanneer de legale herkomst niet kan worden aangetoond, moet een EG-certificaat aangevraagd worden.
Voor ongeringde bijlage B-vogels moet u in de meeste gevallen ook een administratie bijgehouden worden.
Informatie over het invoeren uit landen buiten de Europese Unie en het uitvoeren naar landen buiten de Europese Unie van CITES dieren kunt u vindenin de Algemene toelichting CITES. Verdere informatie over CITES kunt u vinden ophttps://mijn.rvo.nl/cites-soorten-in-nederland-en-de-eu. Hier kunt u verschillende informatie vinden met betrekking tot CITES.
CITES-bureau, Dienst Regelingen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Postbus 19530, 2500 CM Den Haag
Zie voor informatie over CITES ook de website: https://mijn.rvo.nl/cites-soorten-in-nederland-en-de-eu
Algemene informatie over invoer- en (weder) uitvoer van
bedreigde uitheemse flora- en fauna
Waar staat CITES voor?
CITES is een Overeenkomst tussen 167 landen, waarin afspraken gemaakt zijn over de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten. CITES is een afkorting van de Engelse naam van deze Overeenkomst: Convention on International Trade in Endangered Species of wild flora and fauna.
CITES is van toepassing op dieren of planten, of delen of producten hiervan. De handel in CITESsoorten wordt gereguleerd door een vergunningenstelsel. Bedreigde soorten zijn op
Appendices/Bijlagen geplaatst. Internationale handel is pas mogelijk wanneer hier toestemming in de vorm van een CITES-in-, uitvoervergunning of een CITES-wederuitvoercertifcaat is verleend. De Europeseregelgeving kent daarnaast nog het EU-certificaat. In Nederland worden CITES-documenten en EU-certificaten verleend door Dienst Regelingen, onderdeel CITES-bureau, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. Aan de verlening van deze documenten zijn kosten verbonden op grond van de Regeling tarieven Flora- en faunawet.
Belangrijke definities
Voor een goed begrip van CITES is een aantal definities van belang. Dit zijn de volgende:
Handel Alhoewel bij de Overeenkomst van handel wordt gesproken zijn de bepalingen zowel van toepassing voor zowel particulieren als voor bedrijven of andere instelling. Dit betekent dat voor particulieren dezelfde verplichtingen gelden bij in- en uitvoer, overdracht en bezit als voor handelaren, bedrjiven of andere instellingen.
Specimen elk dier of elke plant, dood of levend, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen product, al dan niet in andere goederen vervat.
Wild betreft specimens die in het wild zijn voortgebracht of aan het wild zijn onttrokken.
F1 (eerste generatie nakweek) omvat specimens die in een gecontroleerde omgeving zijnvoortgebracht uit ouders waarvan tenminste één in het wild is voortgebracht of aan het wild is onttrokken.
In gevangenschap gefokt en geboren of kunstmatig gekweekt dit omvat de tweede en latere generaties nakweek en dus specimens die in een gecontroleerde omgeving zijn voortgebracht uit ouders die van de eerste of een latere generatie nakweek zijn
Beschermingsniveau’s
Internationaal
CITES kent drie bijlagen met elk een eigen beschermingsniveau. De bijlage waarin een soort is opgenomen, bepaalt of internationale handel is toegestaan en zo ja, onder welke voorwaarden.
Appendix I omvat soorten die, onder meer door internationale handel, met uitsterven bedreigd zijn. Commerciële handelingen met deze soorten zijn niet toegestaan er sprake is van uit het wild afkomstige of eerste generatie nakweek specimens.
Appendix II omvat soorten die, onder meer door internationale handel, met uitsterven bedreigd kunnen worden.
Appendix III omvat soorten waaraan een land, waar zo’n soort voorkomt, bescherming wil bieden om te voorkomen dat deze door internationale handel uitsterft in dat land.
6-8-2004 2
Europees
De Europese Unie (EU) heeft regels opgesteld voor CITES-soorten die voor alle landen die lid zijn van de EU gelden. Deze regels zijn terug te vinden in Verordeningen (nrs. 338/97 en 1808/2001). Verordening (EG) 1497/2003 bevat de Bijlagen A t/m D, waarin soorten zijn opgenomen, waarop bepaalde regels van kracht zijn.
De Appendix-I soorten van CITES en een aantal Appendix-II soorten zijn opgenomen in Bijlage A van deze verordening. Ook zijn hierin soorten opgenomen die, bijvoorbeeld in Europa, streng beschermd worden op grond van Europese richtlijnen. Dit hoeven niet altijd CITES-soorten te zijn.
De Appendix-II-soorten van CITES zijn grotendeels opgenomen in Bijlage B
De Appendix-III-soorten van CITES zijn grotendeels opgenomen in Bijlage C
Bijlage D bevat niet-CITES-soorten, waarvan men binnen Europa van mening is dat de handel in deze soorten in de gaten gehouden moet worden om te voorkomen dat de internationale handel deze soorten met uitsterven bedreigt.
Wat u moet weten bij het indienen van een
Aanvraag
Voor het indienen van een aanvraag is het van belang dat de aanvrager weet op welke Bijlage een soort is opgenomen. Behulpzaam daar bij is de UNEPWCMC Species Database (www.unepwcmc.org/) Selecteer het onderdeel “species” en type vervolgens legal.
Bijlage A soorten
Invoer in de Europese Gemeenschap alsmede uitvoer en wederuitvoer uit de Europese Gemeenschap van exemplaren van deze soorten is voor commerciële doeleinden verboden wanneer een exemplaar uit het wild afkomstig of van de eerste generatie nakweek is. Vergunningen kunnen wel verleend worden voor exemplaren, gefokt in gevangenschap.
Zowel het land van uitvoer als het land van invoer moeten een CITES-vergunning hebben verleend, voordat transport mag plaatsvinden.
Voor eigendomsoverdracht alsmede alle commerciële handelingen zoals het ter verkoop aanbieden binnen de EU (dus ook binnen Nederland) dient in vrijwel alle gevallen een EU-certificaat verleend te zijn.
Bijlage B soorten
Invoer in de Gemeenschap alsmede uitvoer en wederuitvoer uit de Gemeenschap, ook voor commerciële doeleinden, is toegestaan mits de nodige vergunningen zijn verleend. Vaak zijn beperkingen gesteld aan de uitvoer van uit het wild afkomstige dieren of planten door middel van bijvoorbeeld een uitvoerquotum. Ook komt het voor dat de Europese Commissie invoerverboden heeft ingesteld voor bepaalde soorten uit bepaalde landen. Voor de invoer in de Europese Unie moet vrijwel altijd vóóraf een invoervergunning zijn verleend. Afhandeling van een aanvraag gebeurt onder andere aan de hand van een kopie van de uitvoervergunning van het land v n uitvoer. Een invoervergunning voor uit het wild afkomstige dieren en planten mag pas verleend worden wanneer de wetenschappelijke commissie voor CITES in Nederland of de Wetenschappelijke Studiegroep in Brussel hierover positief hebben geadviseerd. Voor de uitvoer uit de Europese Unie moet altijd een uitvoervergunning verleend zijn. Onder CITES buiten Europa is het niet verplicht dat ook een invoervergunning is verleend door het importerende land. Het is verstandig na te gaan of het importerende land dit wel vereist. Voor wederuitvoer moet een wederuitvoervergunning zijn verleend. Bij dit soort aanvragen moet het aantoonbaar zijn dat dieren en planten legaal de EU zijn ingevoerd.
Bijlage C soorten
De invoer van Bijlage-C soorten is toegestaan wanneer de importeur een certificaat van oorsprong of een CITES-uitvoervergunning aan de douane kan tonen, tezamen met een door de importeur zelf ingevulde kennisgeving vaninvoer. Een uitvoervergunning is nodig, wanneer de dieren en planten afkomstig zijn uit het land, dat de betreffende soort in Bijlage III van CITES heeft laten opnemen. Voor de uitvoer uit de Europese Unie van deze soorten is een CITES uitvoervergunning vereist.
Bijlage D soorten
De invoer van Bijlage-D soorten is toegestaan wanneer de importeur aan de douane een door hemzelf ingevulde kennisgeving van invoer kan overleggen. Voor uitvoer van deze soorten is geen document vereist.
Bezit(sverbod)
In Nederland wordt aan de bepalingen van CITES en de EU-verordeningen middels de Flora- en faunawet nader uitvoering gegeven. Op grond van deze wet is binnen Nederland een bezitsverbod van kracht voor levende dieren die uit het wild afkomstig of van de eerste generatie nakweek zijn, en zijn opgenomen in Bijlage A. Daarnaast geldt een bezitsverbod voor alle katachtigen die zijn opgenomen in Bijlage A, dus ook voor in gevangenschap gefokte en geboren katachtigen én voor de katachtigen die zijn opgenomen in Bijlage 3 bij de Regeling aanwijzing beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet. voor alle primaten geldt een bezitsverbod, dus ook voor gekweekte. Ten slotte bestaat een bezitsverbod voor tijgerbot en neushoornhoren (van bepaalde soort en populatie neushoorns). De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan ontheffing van dit verbod verlenen.
Beslissingstermijn
Een besluit over de afgifte van invoer-, uitvoer-, wederuitvoervergunningen en EU-certificaten wordt, behoudens enkele uitzonderingen, binnen een maand, vanaf de dag dat een aanvraag compleet is bevonden, genomen.
Tenslotte
Informatiebronnen over CITES zijn:
https://mijn.rvo.nl/cites-soorten-in-nederland-en-de-eu
https://www.unep-wcmc.org
https://www.eu-wildlifetrade.org
https://www.cites.org